Meloenpeer
Planten
Binnen zaaien bij 20 graden Celcius vanaf januari tot eind april.
Wanneer de plantjes ongeveer vijf centimeter groot zijn kan je ze verpotten. Vanaf ijsheiligen buiten in een bloembak, in goed doorlatende potgrond gemengd met verteerde mest of compost, op een zonnige plaats. Ondersteun de plant.
Verzorging
Geef regelmatig water en extra meststoffen. Laat de grond niet uitdrogen.
Na de vorming van de eerste vruchten om de twee weken bijmesten met tomatenmeststof.
Haal zieke en gele bladeren weg.
Groeihoogte
Tot 1 meter.
Winterhard
De plant is overblijvend maar niet winterhard. Plaats hem aan het eind van de herfst op een vorstvrije plaats om te kunnen overwinteren.
Snoeien
De plant kan uitgroeien tot een bossige struik. De vruchten dienen in de zon te hangen om te kunnen rijpen, eventueel bladeren wegsnoeien. Nijp zoals bij tomatenplanten de dieven uit de oksels van de plant.
Bloei
Vanaf mei tot september. Witpaars gestreepte bloemen in de bladoksels.
Vruchtzetting is optimaal bij temperaturen tussen 18 en 27 graden Celcius.
Bestuiving
Zelfbestuivend.
Oogst
Laat in de herfst tot in de winter.
De vruchten rijpen nog af na de pluk. Kunnen bewaard worden tot eind maart.
Extra info
De vruchten, ook pepino genaamd, smaken naar meloen, komkommer en peer. Wordt gebruikt in salades, koude schotel of confituur.
De schil is vrij hard, zoals bij een appel, waardoor hij vrij lang bewaart. Meloenpeer bevat veel vitamine C. De schil geeft zacht mee als de vrucht rijp is en is op zijn lekkerst als hij geurt naar meloen.
Meloenpeer kan gestekt worden. Neem stekken van 10 centimeter lang en laat een vijftal bladeren staan. Plaats de stek in lichtvochtige potgrond bij 15 tot 20 graden.