Basistechnieken
Basistechnieken
under construction
Snijden
- à vif snijden: het uitsnijden van meestal citruspartjes zonder de witte bittere vellen.
- trancher: het in plakjes snijden van vlees of brood. De benaming wordt voornamelijk gebruikt voor het voorsnijden van wild, gevogelte of groot vlees.
- carré of dobbelsteentjes: het voedsel wordt in blokjes gesneden met een ribbe van ca 20 (= parisien) of 10 mm (= parmentier)
- brunoise: het in zeer kleine dobbelsteentjes (3 mm).
- julienne: het in fijne reepjes (2x2x40 mm) snijden (chiffonade).
- jardiniere: het in dikkere reepjes snijden.
- emincer: het in zeer dunne plakjes snijden.
- tourner: het mooi rond bijsnijden van aardappelen, wortelen om een decoratieve garnituur te bereiken.
- parer: het in het gewenste model snijden en het verwijderen van overtollige aanhangsels.
- canneler: het ter decoratie uitsnijden van groeven of geultjes.
- chinoise: het in ruitjes snijden van bijvoorbeeld aardappelen, appelen, bleekselderij en wortelen.
- kazarigiri en mokimono: Japanse termen om fruit of groenten decoratief te versnijden.
Bewaren
- Drogen
- Invriezen
- Inmaken
- Fermenteren
- Chutney
- Confituur
- Op alcohol