Smeerwortel

Planten

Smeerwortel is een wilde plant. De smeerwortel groeit op een goede humusrijke bodem, bij voorkeur zand-lemig, een vochtige en doorlatende grond, in zon tot halfschaduw. 

De plant kan vermeerderd worden door zaad of door scheuren. Zaailingen worden uitgeplant op ongeveer een halve meter onderlinge afstand.


Verzorging

Heeft bijna geen onderhoud nodig omdat deze als wilde plant helemaal vanzelf groeit. Ook bemesten is niet nodig als de plant op een vochtige, halfschaduwrijke plaats staat. 


Groeihoogte

50 tot 80 centimeter hoog.


Winterhard

In zachte winters blijft smeerwortel in de winter groen, vorst kan blad wel aantasten. Bij vroege vorst verliest de plant het blad. 


Snoeien

---


Bloei

Eind april - augustus.


Bestuiving

---


Oogst

De wortel van de smeerwortel wordt geoogst in voor- of najaar.


Extra info

Smeerwortel wordt hoofdzakelijk uitwendig gebruikt,  bij de behandeling van kneuzingen, chronische aandoeningen van gewrichten en bij ontstoken spataders. Wordt ook gebruikt bij botbreuken, verstuikingen, kneuzingen, zwellingen, hernia en reumatische aandoeningen. Bij spierpijnen kan het kruid verlichting geven. Smeerwortel helpt wonden sneller te genezen.

Zowel het blad als de wortels  zijn eetbaar. In een salade toevoegen of verwerken in een smoothie of soep. In Engeland wordt het blad soms gefrituurd. De bloemen zijn eetbaar. De jonge bladeren smaken lekker gestoofd met peper, zout en room.

Bij grote hoeveelheden kan smeerwortel je lever beschadigen. Bij een beperkt keukengebruik en een afwisselende keuken loopt men dat risico waarschijnlijk nooit.

Voor smeerwortelzalf heb je twee handjes verse of gedroogde wortels, vijf eetlepels vaseline en twee eetlepels zonnebloemolie nodig. De zalf op basis van smeerwortelblad kan helpen bij het helen van littekens, is goed voor steenpuisten en verlicht psoriasis. 

Er wordt ook gier van gemaakt in tuinen die ecologisch werken. 

Bijenlokker.


Receptjes met smeerwortel