Kleine pimpernel

Planten

Zaaien in april in volle grond of in een bloempot, op een zonnige plaats. Maak de zaaiplek vrij van andere planten en strooi de zaden uit. Bedek ze heel licht met aarde. 


Verzorging

De kleine pimpernel groeit het liefst op op droge grond, liefst kalkhoudend. Je vindt hem in bermen, graslanden en op hellingen.

 

Groeihoogte

60 centimeter.


Winterhard

Kleine pimpernel blijft bijna de hele winter beschikbaar.


Snoeien

Wil je de pimpernel snoeien, dan hoef je eigenlijk alleen aan het einde van het najaar de stengels van de plant bij de grond af te knippen. De plant loopt dan in de lente weer uit en je kunt al snel weer genieten van de mooie bloemetjes.

 

Bloei

Mei - juli.


Bestuiving

Zelfbestuivend.


Oogst

Enkele weken na het zaaien kun je al oogsten. Knip je de bloemstengels, dan bevorder je de kwaliteit van de blaadjes.


Extra info

De bladeren van pimpernel zijn vers het lekkerst, maar ze kunnen ook gedroogd worden. Pimpernel heeft een sterke komkommersmaak. Het past goed in salades, in paling in het groen, in soepen, vis- en slasaus en verkoelende drankjes.

Dit is wel een apart bloempje waar veel nuttige insecten van houden. Van nature komt de kleine pimpernel voor in Nederland en grote delen van Europa. Het is een waardplant voor veel soorten vlinders.

Het eerste jaar maakt de plant een bladrozet op de grond. Het jaar erna bloeit zij aan lange dunne stengels. De bloemen bloeien rood.

De mooie gezaagde blaadjes hebben een licht komkommerachtige geur en smaak, met een bittere ondertoon. Lekker in salades. Ook in soepen en stamppotten geeft zijn aparte smaak iets speciaals. De blaadjes doen het ook heel goed in een punch. En wat dacht je van een pesto uit het Noorden met koolzaadolie, Hollandse kaas, zonnebloempitjes en pimpernel i.p.v. olijfolie, Parmezaanse kaas, pijnboompitten en basilicum of met kwark voor op brood of bij gepofte aardappel. 

De Kleine Pimpernel-blaadjes en -bloemen zijn prachtig als smaakmaker en garnering.


Receptjes met kleine pimpernel