Milde harissa met granaatappel
2 rode paprika, gehalveerd
4 chilipepers
6 kleine tomaten, gehalveerd
4 teentjes look, gesnipperd
200 gram granaatappelpitten
1 theelepel korianderpoeder
1 theelepel komijn
1 theelepel paprikapoeder
2 eetlepels citroensap
1 theelepel zout
olijfolie
Leg de paprika, chilipepers, tomaten en look op een bakplaat bekleed met bakpapier. Besprenkel met olijfolie. Rooster gedurende 20 minuten in een voorverwarmde oven bij 200 graden. Verwijder de velletjes van de paprika.
Stoof de granaatappelpitten in citroensap gedurende 15 minuten. Zeef en vang de vloeistof op.
Doe de paprika, chilipepers, tomaten, look, 1 eetlepel olijfolie en granaatappelsap in de blender en voeg de kruiden toe. Mix tot een gladde puree.
Twee weken houdbaar in de koelkast. Als je de harissa langer wil bewaren, breng je deze aan de kook en schenk je ze onmiddellijk in schone bokaaltjes. Laat de bokaaltjes afkoelen op hun kop.